Een ander agnosticisme komt tot dezelfde conclusie (ik weet niet of er een God bestaat), maar ziet hierin geen reden om verder te gaan slapen. Integendeel: het is een probleem, of tenminste een vraagstuk, dat naar een oplossing verlangt. En hoewel de kern van dit vraagstuk zonder genade niet opgelost kan worden, kunnen een aantal afgeleide probleemstellingen daar wel wat meer licht op werpen.
Een eerste is het feit dat het (aardse) leven beperkt is. Ons dagelijks leven wordt ingeperkt door ruimte en tijd. Ik zie nu even af van de verschillen tussen waarneming en natuurkundige werkelijkheid uit de kwantummechanica. Deze heeft de onzekerheid in de fysica teruggebracht en daarmee een nieuwe opening geschapen naar de metafysica. Maar ook als we het begrip tijd uit de klassieke natuurkunde hanteren, lopen we tegen een elementaire zijnsvraag aan, n.l. waar was ik voordat ik leefde en waar zal ik na mijn dood zijn? Deze vraag is empirisch niet te beantwoorden, maar wat we wel weten is dat de tijd vóór ons en na ons oneindig lang is. Ook indien we eeuwigheid heel simpel opvatten als een lange reeks van eeuwen betekent dit dat ons aardse leven futiel is in relatie tot die enorme tijdsspanne. Het gevolg is dan ook dat we onszelf in onze aardse context eindeloos dienen te relativeren en daarmee b.v. ook de idee van een maakbare samenleving. In het jaar 2100 zal vrijwel niemand van de nu levende en denkende mensen daar nog invloed op kunnen uitoefenen." Lees hier verder....