Als ik in dit artikel het woord ”God” gebruik,
dan bedoel ik een almachtige, volkomen goede Schepper van de wereld Die ons
eeuwig leven aanbiedt. Bestaat zo’n God niet, dan is het leven absurd. Dat wil
zeggen: het heeft geen uiteindelijke betekenis, waarde of doel, ondanks onze
subjectieve overtuigingen dat het omgekeerde geldt.
Let wel, ik zeg niet dat atheïsten het leven
als saai en betekenisloos ervaren, dat ze geen persoonlijke waarden hebben of
een immoreel leven leiden, of dat ze geen doel of reden hebben om te leven.
Mijn punt is dat, gesteld dat het atheïsme waar is, al deze overtuigingen subjectieve
illusies zijn. Ze wekken de indruk van betekenis, waarde en doel, ook al zijn
die dingen er objectief bezien niet echt. Als God niet bestaat, is ons leven
uiteindelijk absurd – ook al klemmen we ons nog zo wanhopig vast aan de illusie
van het tegendeel.
Bestaat God niet, dan is zowel de mens als het
universum onvermijdelijk ten dode opgeschreven. De mens moet, net als alle
andere biologische organismen, sterven. Zonder hoop op onsterfelijkheid gaat
het menselijk leven enkel richting het graf. Het is slechts een vonk in de
oneindige duisternis, een vonk die verschijnt, opgloeit en voor altijd
wegsterft.
Daarom moet iedereen de confrontatie aangaan
met wat de theoloog Paul Tillich „de dreiging van het niet-zijn” heeft genoemd.
Want ook al weet ik nu dat ik besta en dat ik leef, ik weet ook dat ik op een
dag niet langer zal bestaan, dat ik er niet langer zal zijn, dat ik zal
sterven. Een onthutsende en bedreigende gedachte!
Ook het universum zelf zal sterven. De
natuurwetenschap vertelt ons dat het universum uitbreidt en dat de
sterrenstelsels zich steeds verder van elkaar verwijderen. Uiteindelijk zullen
al de sterren sterven en zal alle materie in elkaar klappen. Alleen dode
sterren en zwarte gaten blijven over. Er zal geen licht meer zijn, geen hitte,
geen leven." Lees hier verder...