dinsdag 27 februari 2018

Eucharistische mirakelen bewijzen Christus’ tegenwoordigheid – en toch geloven de mensen niet

MICHAËL DEKEE 

Eucharistisch wonder van Lanciano

Doorheen de hele kerkgeschiedenis zijn er meer dan 150 Eucharistische mirakelen gebeurd, in alle hoeken van de wereld. En er blijven nieuwe wonderen gebeuren tot op vandaag. Wonderen kunnen verschillend van aard zijn: zo zijn er bloed- en vleeswonderen (hosties die in vlees veranderen en/of waar bloed uit komt), conserveringswonderen (geconsacreerde hosties die niet vergaan), brandwonderen (hosties die onaangeroerd uit het vuur gehaald werden) en boomwonderen (hosties die in een boom werden gestopt en waar een miraculeus kruis uit groeide of werd gemaakt). Het oudst bekende wonder is dat van Lanciano, Italië, dat gebeurde omstreeks het jaar 750. Het meest recent goedgekeurde wonder is dat van Legnica in Polen, dat plaatsvond in 2013.


Het wonder van Legnica. In een geconsacreerde Hostie die op de grond was gevallen en in water was gelegd, verscheen een rode vlek: een hartvormig stukje hartspierweefsel.

Ook in België en Nederland vonden er in de loop van de eeuwen verschillende Eucharistische mirakelen plaats waaronder in Herentals, Brussel, Gent, Viversel, Middelburg, Amsterdam en Boxmeer.

Alle Eucharistische mirakelen die wetenschappelijk worden onderzocht, krijgen steeds dezelfde conclusie: het vlees is weefsel van de hartspier van een man van ongeveer 30 jaar, in doodsstrijd; het bloed is menselijk: het heeft menselijk DNA en heeft bloedgroep AB. Het weefsel en het bloed van alle onderzochte mirakels is duidelijk afkomstig van één en dezelfde persoon. Bovendien is bloedgroep AB relatief zeldzaam, behalve bij mensen uit het Midden-Oosten en onder Joden.

Lijkwade van Turijn

Voorbeelden van Eucharistische wonderen die werden onderzocht zijn die van Lanciano (Italië); Tixtla (Mexico); Legnica (Polen); Buenos Aires (Argentinië). Opvallend is dat de resultaten van het bloedonderzoek overeenkomen met die van het onderzoek van de Lijkwade van Turijn. Ook daar vond men dat de aanwezige bloedsporen bloedgroep AB hadden.


 
Dr. Castañon is een wetenschapper die eigenlijk een overtuigde atheïst was, maar zich bekeerde tot het katholiek geloof toen hij een Eucharistisch wonder onderzocht. Hij getuigde hoe de verbazingwekkende resultaten van het onderzoek van het wonder van Buenos Aires van de jaren 1990 hem met verstomming sloegen. Hij liet het staal onderzoeken in verschillende laboratoria, zonder te zeggen waar het van afkomstig was. Eén van de onderzoekers vroeg hem: “Leg mij eens uit hoe jij het hart uit een dode persoon haalt en het levend tot mijn lab in New York brengt?” Hij had de spiervezels namelijk nog zien bewegen. Dr. Castañon vertelde hem toen: “Het is niet wat je denkt. Dit staal komt van een geconsacreerde Hostie.” De onderzoeker wist niet waar hij het over had en was met stomheid geslagen.

Eucharistisch wonder van Buenos Aires, 1996

Dr. Castañon nam toen ook contact op met de onderzoekers van het Eucharistisch wonder van Lanciano (dat een grove 1300 jaar eerder plaatsvond), en die zeiden dat zijn resultaten overeenkwamen met die van hen: “Het weefsel is afkomstig van dezelfde persoon.” Het bloed en het DNA is namelijk hetzelfde.

Zie hieronder de video met het getuigenis van doctor Castañon:


Waarom gebeuren deze wonderen?

God laat deze wonderen geschieden om de mensen te helpen te geloven in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Jezus Christus in dit Heilig Sacrament.

Eén van de steevaste tekenen van een Eucharistisch mirakel is dat het geloof weer toeneemt en de mensen weer meer eerbied hebben voor Jezus in dit Sacrament. Vaak kwam er een hele bedevaart op gang en werden er plechtige processies gehouden ter ere van het ‘Sacrament van Mirakel’. Zonder deze wonderen zou het geloof en de liefde voor dit Sacrament reeds lange tijd uitgedoofd zijn, want zij zijn hét bewijs bij uitstek dat Christus letterlijk bedoelde wat hij heeft gezegd in het Evangelie: Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld. (Joh. 6,50-52)
Echter, ondanks de talloze wonderen en wetenschappelijke bewijzen geloven velen nog steeds niet. Daarom is het belangrijk om deze wonderen, die vaak in de doofpot gestopt worden, meer bekend te maken.